3.2 Beleidskader ten aanzien van het onderhoud
Infrastructuur
Strategisch Uitvoeringsprogramma beheer en onderhoud infrastructurele kapitaalgoederen 2020-2023 Flevoland (SUP 2.0)
Het beleidskader voor het beheer en onderhoud van de infrastructurele kapitaalgoederen is vastgelegd in de SUP 2.0. Deze is in 2019 door PS vastgesteld. De SUP 2.0 geeft inzicht in het areaal en het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur en de daarvoor benodigde budgetten.
Om het kwaliteitsniveau van de infrastructurele kapitaalgoederen te bepalen zijn in hoofdlijnen de normen van het landelijk instituut Stichting CROW gevolgd, die een vijfpuntsschaal hanteert van niveau A+ (oplever kwaliteit) tot niveau D (zodanig slecht dat kapitaalvernietiging optreedt).
Algemeen gangbaar is kwaliteitsniveau B. Dit is het niveau dat het meest kostenefficiënt is: de inrichting is functioneel, de technische staat van het areaal is zodanig dat de verkeersveiligheid niet in gevaar komt en de kans op claims of imagoschade klein is. Alleen waar deze risico's niet aan de orde of aanmerkelijk lager zijn, is gekozen voor een lager uitvoeringsniveau: niveau C. Het gaat om onderhoud aan duikers, sierbeplanting en landschappelijke beplanting.
Op de volgende punten is, op verzoek van PS, een plus op niveau B opgenomen:
- Bij het maaibeheer van de bermen vergroting van de aandacht voor bijen.
- Beperking van lange wachttijden bij bruggen en sluizen in het hoogseizoen.
We beheren onze wegen en vaarwegen volgens de systematiek van assetmanagement. Hiermee kunnen we ons beheer en onderhoud plannen op basis van een vastgesteld kwaliteitsniveau. We inspecteren onze assets regelmatig om te zien of het gewenste kwaliteitsniveau aanwezig is. Wanneer assets onder dat kwaliteitsniveau dreigen te zakken, plannen we beheer en onderhoud in en voeren dat uit.
We maken onderscheid in drie vormen van beheer en onderhoud: jaarlijks onderhoud (kleine reparaties aan wegdek of kunstwerken i.v.m. veiligheid, maaien bermen en ander groen onderhoud, gladheidbestrijding, storingsonderhoud installaties etc.), niet jaarlijks onderhoud (grote reparaties die eens in de 5-15 jaar plaats vinden zoals het vernieuwen van de bovenlaag van een weg, van brugleuningen, van armaturen voor lantarenpalen etc.) en vervangingsinvesteringen (integrale vervanging van assets aan het einde van de technische levensduur).
Indicatoren op het gebied van beheer en onderhoud infrastructuur
De indicatoren in deze jaarstukken over 2020 zijn vastgesteld in de SUP 2.0. In hoofdstuk 6. Mobiliteit staan de scores op deze indicatoren.
Provinciehuis en vestigingen
In 2017 is het Meerjaren Onderhoudsplan Provinciehuis (MJOP) voor de periode 2018 tot en met 2021 vastgesteld. Met dit plan wordt gewaarborgd dat het gebouw, en de daarin aanwezige installaties en apparatuur op een goede wijze worden beheerd, geëxploiteerd en onderhouden. In het plan zijn een drietal zaken geïnventariseerd, namelijk het jaarlijks onderhoud, het meerjaren ofwel niet-jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen.
Het jaarlijks onderhoud is nodig om de bedrijfszekerheid van het gebouw en de installaties te waarborgen, de veiligheid te kunnen garanderen en de uitstraling van het gebouw in stand te houden. Tevens wordt dit onderhoud uitgevoerd om te voldoen aan wet- en regelgeving (bijvoorbeeld ARBO en NEN) en verzekerd te zijn van ondersteuning van de leverancier (bijvoorbeeld garantiebepalingen).
Het meerjaren onderhoud betreft het niet reguliere en groot onderhoud aan het gebouw, de installaties, apparatuur en inrichting. Dit onderhoud omvat onder andere schilderwerk, vervanging verlichtingsarmaturen, zonwering en dakbedekking. De uitvoering vindt plaats variërend tussen vijf en twintig jaar, afhankelijk van de voorgeschreven vervangingstermijn. De normering die de Rijksgebouwendienst hanteert voor dit type gebouwen is hierbij de leidraad. In 2019 is een groot deel van het pand heringericht. De eventuele gevolgen voor (de fasering van) het onderhoud worden meegenomen in de eerstvolgende actualisatie van het onderhoudsplan.
In het MJOP zijn de vervangingsinvesteringen meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn de vervanging van de audiovisuele installaties, meubilair en apparatuur voor de repro en keuken. De vervanging is begroot op basis van de economische levensduur (afschrijvingstermijn), maar op het beslismoment van de feitelijke vervanging wordt ook bezien of het investeringsgoed langer mee kan. De afschrijvingstermijnen voor de investeringen zijn vastgelegd in de 'Financiële verordening provincie Flevoland 2018'.
De lasten van het jaarlijks onderhoud zijn opgenomen in de exploitatie. Het meerjaren onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de daarvoor gevormde voorziening gebracht. Om de voorziening op het juiste peil te houden, worden hieraan jaarlijks middelen toegevoegd. Op basis van het MJOP 2018-2021 wordt jaarlijks € 0,5 mln. toegevoegd aan deze voorziening. Het jaarlijks onderhoud aan het provinciehuis, alsmede de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening 'NJO Provinciehuis', maken onderdeel uit van de kosten van de bedrijfsvoering.
Vestigingen
Bij de Perspectiefnota 2017-2021 is met betrekking tot het onderhoud van de vestigingen in Zeewolde, Dronten en Emmeloord een planmatige aanpak naar analogie van het provinciehuis vastgesteld. Voor het niet jaarlijks onderhoud is een voorziening ingesteld, gebaseerd op het in 2016 vastgestelde meerjarig onderhoudsplan. Bij instelling van deze voorziening in 2017 is hier incidenteel een bedrag in gestort (€ 0,7 mln.). Jaarlijks wordt hier € 0,1 mln. aan toegevoegd.
Voormalig Nieuw Land Erfgoedcentrum
De provincie heeft in 2016 besloten een deel van het vastgoed van het Nieuw Land Erfgoedcentrum (NLE), gelegen aan de Oostvaardersdijk te Lelystad, over te nemen van de Gemeenschappelijke Regeling Erfgoedcentrum Nieuw Land. Om de conditie van dit vastgoed te waarborgen is een voorziening gevormd voor het uitvoeren van het niet-jaarlijks onderhoud (voorziening 'NJO NLE'). Deze is bij de overname van het vastgoed gevoed met € 0,6 mln., dat is overgekomen uit de hiervoor bestemde voorziening bij de latende partij. Daarnaast wordt jaarlijks € 0,2 mln. aan deze voorziening toegevoegd.
Door middel van een conditiemeting (NEN2676) is in 2019 gestart met het primair inzichtelijk maken van de status van het gebouw en de installaties. Deze eerste conditiemeting is in 2020 afgerond. De manco’s voortkomend uit deze conditiemeting zullen worden hersteld en vervolgens is het continue proces van conditiemetingen en de opvolgingen hierop gestart.
Flevokust Haven
In 2018 is Flevokust Haven in gebruik genomen. Wij hebben een berekening laten maken voor de beheer- en onderhoudskosten van het haventerrein, de kade en de toegangsweg. Het onderhoud en beheer is deels verlegd naar de exploitanten die gebruik maken van de haven en andere partijen. Het jaarlijkse onderhoud, wat nu voor rekening van de provincie komt, is in de begroting opgenomen in de exploitatie van de haven op het desbetreffende budget. Er is nog geen onderhoudsplan vastgesteld, omdat de verantwoordelijkheid daarvan mogelijk wordt meegenomen in de samenwerking met het op te richten havenbedrijf (samen met gemeente Lelystad). Zie ook de activiteiten in de programmaverantwoording, onderdeel 3.2 Gebiedsopgaven .