2.2 Specificatie diverse baten en lasten
A. Algemene dekkingsmiddelen
Conform de voorschriften van het BBV volgt hieronder een specificatie van de algemene dekkingsmiddelen.
Tabel 2.4: Algemene dekkingsmiddelen (baten)
Rekening 2019 | Begroting 2020 ontwerp | Begroting 2020 na wijziging | Rekening 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
a. Provinciefonds | -105.852 | -107.560 | -113.792 | -116.981 | 3.189 |
b. Opcenten MRB | -66.121 | -59.000 | -58.900 | -57.991 | -909 |
c. Dividend | -712 | -379 | -267 | -275 | 8 |
d. Rente | -141 | -111 | -111 | -87 | -24 |
e. Vrijval voorziening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | -172.826 | -167.050 | -173.070 | -175.334 | 2.264 |
x €1.000 |
Tabel 2.5: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: dividend
Rekening 2019 | Begroting 2020 ontwerp | Begroting 2020 na wijziging | Rekening 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Dividend Afvalzorg Holding NV | -425 | -125 | -125 | -125 | 0 |
Dividend BNG | -214 | -200 | -100 | -96 | -4 |
Dividend Aliander | -69 | -37 | -37 | -52 | 15 |
Dividend Attero | 0 | -2 | -2 | -2 | 0 |
Dividend CBL Vennootschap BV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dividend Publiek Belang BV | 0 | -3 | -3 | 0 | -3 |
Dividend Vitens | -4 | -12 | 0 | 0 | 0 |
Afwikkelingsverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal dividend | -712 | -378 | -267 | -274 | 7 |
x € 1.000 |
Tabel 2.6: Specificatie algemeen dekkingsmiddel: rente
Rekening 2019 | Begroting 2020 ontwerp | Begroting 2020 na wijziging | Rekening 2020 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Rente provincie | -126 | -102 | -102 | -79 | -23 |
Overige rentebaten | -15 | -9 | -9 | -8 | -1 |
Totaal | -141 | -111 | -111 | -87 | -24 |
x €1.000 |
Voor een analyse van de verschillen tussen begroting na wijziging en de Jaarrekening 2020 wordt verwezen naar de toelichting op de middelen in onderdeel II Programmaverantwoording bij programmaonderdeel '7.3 Algemene dekkingsmiddelen'.
B. Kosten van overhead
De provincie Flevoland verantwoordt alle apparaatskosten (personeel en materieel) op het programmaonderdeel '7.4 Bedrijfsvoering'. Overhead betreft de totale apparaatskosten na aftrek van het personeel dat direct aan de taakvelden moet worden toegerekend. De provincie hanteert hiervoor de door de commissie BBV vastgestelde definitie. De kosten voor de overhead zijn in onderstaande tabel gespecificeerd.
Tabel 2.7: Specificatie kosten van personele- en materiële overhead
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
Totaal personeel en organisatie (7.4.1) | 38.577 | 43.703 | 39.628 |
Af: direct personeel | -20.967 | -23.250 | -22.692 |
Saldo personeel en organisatie indirect | 17.610 | 20.453 | 16.936 |
Financiën (product 7.4.2) | 48 | 87 | 48 |
Communicatie (product 7.4.2) | 45 | 155 | 83 |
Bestuurlijk-juridische zaken (product 7.4.2) | 53 | 224 | 56 |
Facilitaire zaken en Financiële administratie (product 7.4.3) | 4.285 | 4.751 | 4.030 |
Informatievoorziening (product 7.4.4) | 5.516 | 5.725 | 4.817 |
Totale kosten overhead | 27.557 | 31.394 | 25.971 |
x € 1.000 |
De overhead is in bovenstaand overzicht gesaldeerd weergegeven. De lasten en baten overhead zijn afzonderlijk gepresenteerd in de jaarrekening onder de taakvelden (bijlage 2 van de Jaarrekening).
Uit de verhouding tussen ingezet personeel op directe taken en op (indirecte) ondersteunende taken, volgens de definities van het BBV, is de verhouding voor personele overhead berekend (tabel 2.8). De afwijking ten opzichte van de Programmabegroting 2020 na wijziging wordt voornamelijk veroorzaakt door de onderbesteding op een aantal bedrijfsvoeringsbudgetten (zie programmaonderdeel 7.4).
Tabel 2.8: Specificatie verhouding direct personeel vs. indirect personeel
Rekening | Begroting | Rekening | |
---|---|---|---|
Personele lasten indirect ondersteunend personeel | 15.518 | 17.207 | 16.107 |
Personele lasten direct personeel | 20.967 | 23.250 | 22.692 |
Personele overhead in % | 43% | 43% | 42% |
x € 1.000 |
C. Heffing vennootschapsbelasting
Voor zover de provincie ondernemersactiviteiten verricht is de provincie Vennootschapsbelastingplichtig. Dit betreft vooralsnog enkel de activiteiten in de verbonden partij Airport Garden City C.V. De aanslagen / beschikkingen over de jaren 2016 tot en met 2018 zijn inmiddels definitief. De aangifte over 2019 zal in de eerste helft van 2021 worden ingediend, de aangifte 2020 volgt later.
De ingediende aangifte 2018 heeft geleid tot een betaling van € 0,16 mln. vennootschapsbelasting. De actuele prognose voor de aangifte over 2019 is dat die zal leiden tot een verrekening en teruggave van de betaalde vennootschapsbelasting. Voor de aangifte over 2020 verwachten wij dat de vennootschapsbelasting ook nihil zal zijn. Deze prognoses zijn verwerkt in het boekjaar 2020, waardoor de effectieve last nihil is.
D. Incidentele lasten en baten
Op basis van de voorschriften van het BBV is hieronder een tabel opgenomen waarin per programma de incidentele en structurele baten en lasten zijn weergegeven. Op basis van deze gegevens, welke in bijlage 3 verder worden gespecificeerd, kan worden geconcludeerd dat er in 2020 sprake is van een materieel structureel evenwicht, aangezien de totale structurele baten hoger liggen dan de totale structurele lasten. Het kengetal structurele exploitatieruimte, welke is opgenomen onder 1.3 Financiële kengetallen, is gebaseerd op onderstaande verdeling van baten en lasten.
Tabel 2.9: Incidentele en structurele lasten en baten
Incidenteel | Structureel | Totaal | |
---|---|---|---|
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | 421 | 14.108 | 14.529 |
2 Landbouw, visserij en natuur | 5.127 | 16.006 | 21.134 |
3 Economie | 2.370 | 8.046 | 10.416 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | 1.787 | 8.217 | 10.004 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | 1.485 | 6.885 | 8.370 |
6 Mobiliteit | -778 | 62.472 | 61.694 |
7 Vernieuwend bestuur | 612 | 55.278 | 55.891 |
Totaal lasten | 11.024 | 171.013 | 182.037 |
1 Ruimtelijke ontwikkeling, wonen en water | -153 | -633 | -786 |
2 Landbouw, visserij en natuur | -2.317 | -219 | -2.536 |
3 Economie | -1.352 | -2.208 | -3.560 |
4 Aantrekkelijk Flevoland & Krachtige Samenleving | -30 | -9 | -39 |
5 Energie, duurzaamheid en milieu | -223 | -839 | -1.062 |
6 Mobiliteit | -1.021 | -7.481 | -8.503 |
7 Vernieuwend bestuur | -178 | -179.075 | -179.253 |
Totaal baten | -5.274 | -190.464 | -195.738 |
Totaal saldo van lasten en baten | 5.750 | -19.452 | -13.701 |
Saldo van stortingen en onttrekkingen reserves | -5.137 | 7.763 | 2.626 |
Geraamd resultaat | 613 | -11.689 | -11.075 |
x € 1.000 |
E. EMU-Saldo
Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de collectieve sector (Rijk, mede-overheden en sociale fondsen). Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waarmee gemeenten en provincies werken. Het verschil zit onder meer in een andere behandeling van investeringen, afschrijvingen en voorzieningen. Over de hoogte van het EMU-tekort zijn binnen Europa afspraken gemaakt. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is de Nederlandse uitwerking van de Europese afspraken ten aanzien van de overheidsfinanciën. Deze wet moet de begrotingsdiscipline op nationaal en decentraal niveau waarborgen.
Referentiewaarde EMU-saldo
Het aandeel van de decentrale overheden in het EMU-saldo is macro genormeerd. De Rijksoverheid maakt daarover afspraken met het IPO, de VNG en het UvW. De afspraak is gemaakt dat de ruimte in het EMU-saldo voor de decentrale overheden tezamen voor het jaar 2020 totaal 0,4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedraagt. Het aandeel van de provincies hierin is vastgesteld op 0,08%. Per provincie zijn individuele referentiewaarde bepaald. Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Voor provincie Flevoland bedraagt de referentiewaarde in 2020 - € 22,5 mln.
Tabel 2.10: Bijdrage aan EMU-saldo in 2020
Rekening | Begroting | Rekening | Begroting 2021 | |
---|---|---|---|---|
exploitatiesaldo voor mutaties reserves (- = tekort) | 19.301 | -10.884 | 13.701 | -5.555 |
+ afschrijvingen t.l.v. exploitatie | 5.086 | 6.644 | 5.212 | 6.499 |
+ dotaties aan voorzieningen t.l.v. exploitatie | 13.099 | 11.494 | 12.046 | 9.847 |
- investeringen vaste activa | -39.815 | -73.131 | -49.728 | -103.975 |
+ bijdragen van derden in investeringen | 7.986 | 15.318 | 19.566 | 25.266 |
- betalingen t.l.v. voorzieningen | -17.145 | -9.547 | -11.808 | -16.175 |
Bijdrage aan EMU-saldo (- =tekortverhogend) | -11.489 | -60.107 | -11.011 | -84.094 |
*de berekening van het EMU-saldo wordt tussentijds niet bijgesteld | x € 1.000 |
Het EMU-saldo is € 11,0 mln. negatief en daarmee minder negatief dan in de ontwerpbegroting 2020 werd voorzien. In 2020 hebben diverse begrotingswijzigingen plaatsgevonden die op het EMU-saldo van invloed zijn geweest.
Het grootste verschil (ten opzichte van de ontwerpbegroting 2020) zit in de gerealiseerde investeringen in vaste activa. De gerealiseerde investeringen in infrastructuur zijn lager dan initieel begroot, voornamelijk als gevolg van een aangepaste fasering van een aantal grote projecten. Voor een nadere toelichting op deze projecten wordt verwezen naar programma 6 in onderdeel II Programmaverantwoording.
F. Verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen en taakveldenoverzicht
Op grond van de voorschriften van het BBV bestaat de jaarrekening tevens uit de volgende bijlagen:
- een bijlage met het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld;
- de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa-bijlage).
Deze bijlagen zijn opgenomen als respectievelijk bijlage 2 en 4.